Febe vertelde in de kring dat ze nieuwe laarzen kreeg. Toen vroeg iemand welke maat ze had. Febe heeft maat 32. "OO' zei Félix, "ik heb maat 35". Toen ik vertelde dat Félix en ik even grote voeten hebben geloofde niemand dit. Kijk maar, we zullen onze voeten tegen elkaar zetten. Inderdaad, wat heeft Félix grote voeten of wat heeft Ruth kleine voeten.
Zo kwam het idee om onze voeten te gaan vergelijken. Per twee werden de voeten getekend. De voeten werden opgekleefd van klein naar groot.
Sophie gaf de kinderen verschillende rekenopdrachten : * probeer eens te berekenen hoeveel tenen er samen zijn. * we gaan eens bekijken welke maat er het meeste voorkomt * we ordenen de getallen van klein naar groot...